Museum JAN in Amstelveen presenteert de eerste museale solotentoonstelling van kunstenaar Boris de Beijer (1986). De Beijer studeerde af aan de Rietveld Academie en leidt sindsdien een interdisciplinaire praktijk waarin zijn werk manoeuvreert tussen het functionele en het autonome. Het ambacht staat bij hem centraal. De Beijer maakt zich graag nieuwe technieken eigen en werkt met diverse materialen. Speciaal voor Museum JAN maakt hij nieuw werk, deels in samenwerking met glasblazers van de Amsterdamse Van Tetterode Glass Studio.
De Oudheid vormt voor De Beijer een belangrijke inspiratiebron. In Artefactum 3000 creëert hij een wereld waarin elementen uit een oude Romeinse stad herkenbaar zijn met een knipoog naar een verre toekomst.
Liefde voor ambacht
Liefde voor het klassieke ambacht is de kern van De Beijers werk. Hij wil alles weten van de materialen waarmee hij werkt: hoe ze zich gedragen bij verschillende behandelingen, hoe ze zich verhouden tot andere materialen, hoe ze zijn toe te passen. 'Voor veel kunstenaars en ontwerpers is het ambachtelijke element een van de minst glamoureuze aspecten van hun werk. Liever heeft men het over het grootse en soms magische moment van een inblazing van een idee. De inspiratie. Maar voor mij is deze inblazing niet mogelijk zonder me eerst onder te dompelen in het 'vuile' werk. Ideeën ontstaan bij mij door direct in het materiaal te duiken,' aldus De Beijer. 'Het ambacht heeft ten onterechte een underdogpositie in het kunst- en ontwerpveld, terwijl juist veel grote kunstenaars en ontwerpers, uit de oudheid en uit het heden, zich door het ambacht laten leiden en inspireren. Voor mij is dit een onontkoombaar terugkerend thema.'
Experimenteren met glas
Het liefst leert De Beijer de oude technieken uit de Griekse en Romeinse beschaving, 'daar waar alles begon. Uit dat onderzoek naar materiaal en techniek ontstaan mijn ideeën.' De Beijer speelt met het idee van 'grandeur' door werken uit de oudheid na te bootsen in niet-traditionele materialen. In kringloopwinkels vindt hij bijvoorbeeld (kopieën van) klassieke beeldjes die hem inspireren of hij maakt een eigen (glazen) variant van een Etruskische vaas met stempelnoppen, gebaseerd op een afbeelding in een catalogus. 'Het ambacht staat bij mij centraal maar wordt zowel gebruikt als misbruikt.' Voor de nieuwe werken ging De Beijer experimenteren met glas. In samenwerking met glasspecialisten Frederic Van Overschelde en Sander van der Wal van de Van Tetterode Glass Studio maakt hij zich het ambacht eigen, met prachtige glasobjecten als resultaat.
Boris de Beijer
In 2011 studeerde Boris de Beijer af aan de afdeling Jewellery - Linking Bodies van de Gerrit Rietveld Academie in Amsterdam. Inmiddels is het werk van Boris de Beijer te zien in (inter)nationale galerieën en culturele instellingen en is hij vertegenwoordigd in museale collecties van het Stedelijk Museum Amsterdam, het CODA in Apeldoorn en het MAD Museum in New York. Ook maakte hij werk in opdracht voor onder andere Jacquemus, Róhe Frames, Semaine, Cibone en Ace&Tate.
Met dank aan Stichting Modern Glas en de Van Tetterode Glasstudio.