Museum JAN in Amstelveen bestaat dit jaar 30 jaar. Dit wordt gevierd met de opening van de jubileumtentoonstelling Schitterend glas – 30 jaar Museum JAN: een overzicht van de bijzondere glascollectie. Een feest van afwisseling in techniek, vorm en kleur.
Ontstaan van Museum JAN
Als directeur van de bekende Tomado-fabrieken (Van der Togt’s Massa-artikelen Dordrecht) vergaarde Jan van der Togt (1905-1995) een fortuin. Hij verzamelde alles wat hij mooi vond: internationale beeldende kunst en met name modern glas. Vooral na zijn pensionering groeide zijn collectie met werk van onder anderen Andries Copier, Václav Cígler, Ossip Zadkine en Sam Francis. Samen met bevriend kunstenaar Jan Verschoor richtte hij in 1991 Museum Jan van der Togt (nu Museum JAN) in Amstelveen op. Als directeur verbreedde en verdiepte Verschoor de glasverzameling met stukken uit Nederland en daarbuiten. Inmiddels geniet de glascollectie van Museum JAN internationale bekendheid.
De collectie
Van der Togt kocht veel glas uit voormalig Tsjechoslowakije, waar de glastraditie eeuwenoud is. Zowel in Tsjechië (kunstacademie Praag) als in Slowakije (kunstacademie Bratislava) groeiden de glasafdelingen rond 1965 uit tot zelfstandige richtingen, met respectievelijk Stanislav Libenský en Václav Cigler aan het hoofd. Onder Libenský richtten kunstenaars zich op monumentaal glas, dat werd toegepast binnen de architectuur. Cígler ontwikkelt een geometrisch-abstracte vormentaal.
Tegelijkertijd groeit de studioglasbeweging, die begon in de Verenigde Staten. Tot dan toe had glas vooral een gebruiksfunctie, maar nu bouwden glaskunstenaars eigen ovens zodat ze voor de uitvoering van hun werk niet meer afhankelijk waren van ambachtslieden in de glasfabrieken: vrij glas. In Nederland leidde deze studioglasbeweging in 1969 tot de oprichting van de glaswerkgroep op de Gerrit Rietveld Academie in Amsterdam. Inmiddels is deze glasopleiding uitgegroeid tot één van de belangrijkste ter wereld. In het Gelderse Acquoy bouwde Willem Heesen in 1977 een eigen glasstudio, waar sindsdien regelmatig kunstenaars hun ontwerpen kwamen uitvoeren, onder wie Andries Copier, Lino Tagliapietra, en Mieke Groot.
Van der Togt is vooral weg van het Slowaakse, geslepen optische glas van Václav Cigler, Lubomír Artz, Bohumil Eliáš en Pavol Hlôška, maar koopt op advies van Verschoor ook de meer sculpturale en ‘ruwere’ werken van Libenský, Gizela Šabóková en Aleš Vašíček. Typerend voor het moderne, internationale glas is dat de containervorm van het gebruiksglas (vaas, kan, drinkglas) min of meer heeft plaatsgemaakt voor vrije vormen en glassculpturen.
Ook eigentijds Nederlands glas is goed vertegenwoordigd in de collectie, met werk van Andries Copier, Willem Heesen en Bert Frijns. Na de dood van Van der Togt in 1995 werd Verschoor directeur van Museum JAN. Onder zijn leiding is de collectie uitgebreid met internationaal modern glas van onder anderen Julius Weiland, Tomoko Doi, Frank van den Ham, Barbara Nanning en verschillende spectaculaire glassculpturen van Bernard Heesen.
Museum JAN herbergt vele verrassende schatten, ook voor wie niet bekend is met de glaskunst: van de sobere esthetiek van het werk van Ritsue Mishima, het fascinerende lichtspel van de grote kom van Peter Bremers tot de betoverende asymmetrische vormen en kleuren van de vaas van de grootmeesters Lino Tagliapietra, Andries Copier en Bernard Heesen.
Schenking en nieuwe publicaties
Ter ere van het 30-jarig bestaan van het museum schonk kunstenaar Barbara Nanning het vergulde glasobject Verre églomisé (2018). Dit kunstwerk zal te zien zijn in de tentoonstelling 'Schitterend glas – 30 jaar Museum JAN'.